Fietsroute Watersnood 1953
Ook aan weerszijden van de Hollandsche IJssel spande het er in 1953 om. Zullen de dijken het houden? Loopt de Krimpenerwaard helemaal onder water? Blijft de achterliggende Randstad droog? Het was een dubbeltje op zijn kant. Hoe het in die spannende nacht van 31 januari op 1 februari 1953 verging, ervaart u op deze watersnoodfietsroute door het laagste stukje Nederland en die u voor een belangrijk deel via fietsknooppunten kunt volgen. Soms laat u de knooppunten voor wat ze zijn en volgt u de Hollandsche IJssel. Op een gegeven moment komt u weer bij een knooppunt uit. Onderweg bij typische ‘water’plaatsen is het even pas op de plaats. Het wordt u dan duidelijk hoe je kunt wonen, werken en vakantie houden in een gebied dat nog steeds daalt en dat op zijn diepste punt 6,76 meter onder de zeespiegel ligt.
Voor of na afloop van deze route, maar ook op een ander moment bent u van harte welkom om dit verhaal over dalend land bij het Gemaal in Haastrecht te komen bekijken, alleen of met een van onze deskundige rondleiders.


200 meter voorbij KNOOPPUNT 12,
Hoogstraat 31, Haastrecht
1. Gemaal De Hooge Boezem achter Haastrecht
Het Gemaal De Hooge Boezem achter Haastrecht is in 1872 gebouwd om mensen te kunnen laten wonen en werken onder zeeniveau.
Het veenweidegebied van West-Nederland is qua waterhuishouding een omgekeerde wereld: de meeste huizen liggen er lager dan de rivieren. Dat is niet altijd zo geweest. Duizend jaar geleden lag alle land nog boven de afwaterende stromen. Hoe heeft dat gebied zo ver kunnen zinken? Welke problemen gaf dat voor de waterhuishouding? Welke vernuftige oplossingen hebben de mensen door de eeuwen bedacht om het water de baas te blijven? En wat is er nodig om in de toekomst de voeten droog te houden? Deskundige vrijwilligers van het Gemaal verzorgen rondleidingen en leggen dit uit.

Halverwege KNOOPPUNT 51 en 40,
Goejanverwelledijk 16, Gouda
2. Waaiersluis bij Gouda
Tussen 1285 en 1291 werd de bovenloop van de Hollandsche IJssel afgedamd bij het Klaphek. Hierdoor stroomde er veel minder water door de rivier. Om dit probleem op te lossen werd in de jaren 1854-1856 in de Hollandsche IJssel aan de oostkant van Gouda een dam gelegd met daarin een spuisluis en een schutsluis. Aan de waaierdeuren in de schutsluis heeft deze sluis zijn naam te danken: de Waaiersluis. De scheepvaart kreeg aan de oostzijde van de sluis door de vaste hogere waterstand meer ruimte. De bewoners aan dit deel van de IJssel en in de polders in de omgeving geen last meer van extreem hoge waterstanden.
Zeer penibel was de situatie bij de watersnoodramp op 1 februari 1953: het opgestuwde water bereikte bij de Waaiersluis een hoogte van 3,84 meter boven NAP. Omdat de hoogte van de vloeddeuren zo’n 10 centimeter lager was, stroomde het water over de vloeddeuren de Waaiersluis in en vervolgens de IJssel in. Maar een ramp bleef gelukkig uit en de Waaiersluis heeft er ruim 100 jaar voor gezorgd dat het achterland beschermd was tegen watersnoodrampen. Met de komst van de Stormvloedkering tussen Capelle- en Krimpen aan den IJssel in 1958 en de Maeslantkering bij Hoek van Holland in 1997 werd het achterland nog beter beveiligd tegen watersnoodrampen.

Westhaven 74, Gouda
3. Het Goudse Tolhuis en Veerstal
Het Goudse Tolhuis, dat aan de ingang van de Haven aan de Hollandsche IJssel staat, grensde tot 1957 vrijwel direct aan de rivier. Daarmee was het onderdeel van de toenmalige hoogwaterkering. Tussen het Tolhuis en de Mallegatsluis stond de kademuur van de Hollandsche IJssel met direct naast het Tolhuis een ongeveer drie meter brede opening die toegang gaf tot de IJsselkade. De Nieuwe Veerstal, de weg voor het Tolhuis langs, zoals wij die nu kennen met hoogwatermuur en IJsselkade, is pas enkele jaren na de Watersnood van 1953 aangelegd.
Over de havenmonding voor het Tolhuis langs was tot 1957 geen verbinding en het verkeer langs de rivier ging in twee richtingen over de West- en Oosthaven en Noodgodsbrug. Het is haast niet meer voor te stellen dat tijdens de Watersnoodramp van 1953 de rivier tot twee meter hoog tegen de gevel van het Tolhuis heeft gestaan. In de nacht van 31 januari op 1 februari stroomde het water als een waterval over de deuren van de Havensluis heen en ook dwars door het Tolhuis. Door de opgeslagen tabaksvoorraad liep het er aan de havenzijde als bruin water uit. Het water golfde over de planken, die in de gleuven voor de veel lagere ramen aan de rivierzijde van het Tolhuis waren aangebracht. Tussen die planken was klei aangebracht; een zogenaamde kleikist. Op onderstaande foto, genomen kort na de Watersnood toen het water al wat gezakt was, is die kleikist duidelijk te zien.
Halverwege tussen KNOOPPUNT 05 en 08,
Groenedijk, Nieuwerkerk aan den IJssel
4. Arie Evegroen: Redder van Holland
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 was de toestand op de dijken langs de Hollandsche IJssel zeer kritiek. Nergens in Nederland ligt het maaiveld achter de dijk zo laag als achter de Schielandse Hoge Zeedijk. Als die op een of meer plaatsen was doorgebroken, waren de gevolgen niet te overzien geweest. Dat dit niet gebeurde was meer geluk dan wijsheid.
Bij Nieuwerkerk aan den IJssel, bij de polder Esse, Gansdorp en Blaardorp, was de situatie op drie plaatsen zeer kritiek en schoof opeens een stuk dijk weg. Burgemeester van Nieuwerkerk aan den IJssel, J.C. Vogelaar, zag nog maar één oplossing: alleen door een schip tegen de dijk aan te zetten, zou een enorme dijkdoorbraak kunnen worden voorkomen. ‘In naam der Koningin’ vorderde hij het achttien meter lange schip ‘De twee gebroeders’ van schipper Arie Evegroen. Die plaatste zijn schip met de kop in de dijk. “Ik zei, nou even goed vasthouden en toen zette ik de schroef erop en hij draaide als een sluisdeur voor het gat… Ze hoorden de dreun aan de overkant.” Het lukte vervolgens het gat met zandzakken te dichten. Het was een kwestie van ‘super-geluk’, zei de ingenieur van Schieland later. “Als je honderd keer zo’n stunt uithaalt met een schip in een dijkgat, gaat het 99 keer mis.”

Tussen KNOOPPUNT 08 en 65,
kruising Groenedijk en Rinus Terlouwpad, Capelle aan den IJssel
5. De dukdalf
De dukdalf op de Groenedijk in Capelle aan den IJssel is een monument dat herinnert aan het Leidens ontzet op 3 oktober 1574. Op deze plaats liet prins Willem van Oranje de Groenedijk doorsteken en stroomde het water uit de Hollandsche IJssel tot voorbij Leiden en verdreef zo de Spanjaarden.
De naam dukdalf is gekozen met een glimlach omdat de commandant van de Spanjaarden, de graaf van Alva of wel le Duc d’ Alve heette.
Tegenover Dorpsstraat 3, Capelle aan den IJssel
6. Standbeeld Johan van Veen
Johan van Veen, de vader van het Deltaplan, heeft bijna zestig jaar na zijn overlijden een standbeeld gekregen in Capelle aan den IJssel. Dit staat bij de IJssel met uitzicht op de Hollandsche IJsselkering, het enige Deltawerk dat hij nog zelf heeft zien bouwen.
Dr. ir. Johan van Veen (1893-1959) geldt als grondlegger van de Deltawerken, Europoort I en II en de Eemshaven. Hij werkte bijna dertig jaar als waterstaatkundig ingenieur bij Rijkswaterstaat en waarschuwde lange tijd vergeefs dat de dijken er slecht aan toe waren. Hij stelde al ver voor de Watersnoodramp op eigen initiatief in grote lijnen het latere Deltaplan op en diende dat twee dagen voor de Waternoodramp in bij de minister van Waterstaat. Na de ramp vormde het plan de basis voor de Deltawerken.
Nabij KNOOPPUNT 65
7. Het eerste Deltawerk: de Hollandsche IJsselkering
Vóór de watersnoodramp in 1953 lag het Deltaplan al klaar, bedoeld om meer rampen te voorkomen. Eén van de maatregelen was een stormvloedkering in de Hollandsche IJssel. Johan van Veen, waterstaatkundig ingenieur en secretaris van de Deltacommissie, was de man die kan worden beschouwd als de geestelijk vader van het Deltaplan.
Met de bouw van de Hollandsche IJsselkering, ook wel de Algerakering genoemd, inclusief schutsluis en brug, werd in 1954 begonnen. Op 22 oktober 1958 was de feestelijke opening. Met de bouw van dit eerste deltawerk heeft men bereikt dat het overstromingsgevaar naar de Krimpenerwaard en het gebied tussen Rotterdam, Leiden en Gouda aanmerkelijk verkleind werd. Ook was nu de Krimpenerwaard via de Algerabrug beter bereikbaar en werd de veerverbinding beëindigd. Elk jaar gaat de schuif wel een aantal keer naar beneden. Dat gebeurt bij een verwachte waterstand van 2,25 m boven NAP.
Het klimaat in Nederland verandert snel. Het regent vaker en harder, er komt meer smeltwater via de rivieren ons land binnen en de zeespiegel stijgt. Het sluiten kan nu zelfs met drie mensen per toren op het eigen gewicht (480 ton) zonder elektriciteit plaatsvinden. Vanaf 2024 wordt de IJsseldijk tussen Krimpen en Gouderak versterkt.

Tussen KNOOPPUNT 70 en 71, Stormpolderdijk-
tegenover Van der Giessenweg 6, Krimpen aan den IJssel
8. Monument watersnoodslachtoffers 1953
De dijk rond de Stormpolder brak in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 op zes plaatsen door en de polder liep in korte tijd vol. Veel laaggelegen woningen kregen het water tot op de zoldervloer. Vier bewoners zijn toen verdronken. Voor deze slachtoffers is het monument opgericht dat ongeveer op de plaats staat van hun verwoeste woningen, bij de ingang van de Stormpoldervloedbos.
Midden in de nacht kreeg de politie opdracht de inwoners van de Stormpolder te waarschuwen voor het dreigende gevaar. Veel mensen in de Stormpolder dachten toen nog dat het allemaal wel mee zou vallen. De polder is in de jaren rond 1970 volgespoten met zand en totaal ingericht als bedrijventerrein.
Tussen KNOOPPUNT 17 en 12,
IJsseldijk West, Ouderkerk aan den IJssel
9. Dijkdoorbraak 1953 Ouderkerk aan den IJssel
In de nacht van zaterdag 31 januari op 1 februari 1953 was de situatie aan de IJsseldijk ook zeer kritiek. Bij de gereformeerde kerk, net buiten het dorp, kwam het water om drie uur ’s nachts al tot de kruin van de dijk. Om ongeveer half zeven in de ochtend brak hier de dijk door en ontstond er een gat van 40 meter. Volgens aantekeningen uit het dagboek van waterstaatkundig ingenieur Johan van Veen wist men zich geen raad met de situatie en stroomde de polder Kromme Geer en Zijde vol. Bij de eerste uitzending van de radionieuwsdienst van zondag 1 februari om 08.00 uur werden alle militairen opgeroepen. Men kwam al snel tot de conclusie dat het stroomgat met het storten van los materiaal niet te dichten was. Een beter idee was twee te slopen schepen van sloopbedrijf Heuvelman uit Krimpen voor het stroomgat te slepen. Dat bleek een gouden greep. Men slaagde er toen in met steun van de Ouderkerkers, militairen en veel stortmateriaal en zandzakken het gat te dichten.ussen

Tussen KNOOPPUNT 14 en 16,
Kattendijk 1, Gouderak
10. Gemaal Verdoold in Gouderak
Het gemaal M. Verdoold Czn. is het oudste, nog werkende gemaal van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Het rijksmonument houdt het water in de achtergelegen polders op peil. Bij een te hoge waterstand in de polders pompt het gemaal het water naar de Hollandsche IJssel. Het bemalingsgebied van gemaal Verdoold beslaat tegenwoordig 5.270 ha. Dit is ruim 40% van de Krimpenerwaard.
In 1880 werd het stoomgemaal vervangen door een gemaal met centrifugaalpompen. In 2013 en 2014 is het gemaal opnieuw gerestaureerd en zijn de pompen vervangen door schroefpompen en nieuwe elektromotoren. De capaciteit van het gemaal is toen vergroot van 319 m3/min naar 450 m3/min.
De nieuwe pompen hebben een bijzondere waaiervorm en leischoepen die het voor vissen mogelijk maken de pompen veilig te passeren.
Tussen Gouderak en vóór KNOOPPUNT 16
11. De dijk bij Gouderak
De dijk bij Gouderak stond op 1 februari 1953 op doorbreken. Op dit dijkgedeelte bij de voormalige steenplaats Van Vliet heeft men met man en macht gewerkt om een dijkdoorbraak te voorkomen. Er was geen beginnen aan maar toen het water zo’n 25 cm zakte, heeft men kans gezien met stenen van de steenplaats en rietmatten van Prosman een dijkdoorbraak te voorkomen.
Het plotseling zakken van het water bleek later veroorzaakt te zijn doordat bij Ouderkerk aan den IJssel, naast de gereformeerde kerk, de dijk was doorgebroken. Als dat niet gebeurd was, was waarschijnlijk deze dijk bij Gouderak doorgebroken en de hele Krimpenerwaard volgelopen.
Weg langs de Hollandsche IJssel volgen
voorbij Gouderaksedijk 18, Gouda
12. Stolwijkerschutsluis
Deze sluis uit 1799 en de vaart richting Stolwijk waren bedoeld als afvoerroute van het gewonnen veen in de Krimpenerwaard. Omdat de vervening in dit gebied één grote mislukking werd, is de sluis in 1831 buiten gebruik gesteld. De sluis werd in 1850 verhoogd en verzwaard en in 1888 opnieuw in gebruik genomen en was er een scheepvaartverbinding tot Stolwijk.
In de jaren ’50 en ’60 werd de sluis, rijksmonument, veel gebruikt door schippers die hun omstreden vuilnis uit Rotterdam doorvoerden voor slootdempingen in de Krimpenerwaard. Een zwarte periode in het streven naar een beter milieu. De sluis raakte uiteindelijk in verval.
In 2010 werd begonnen met de restauratie voor de kleinschalige waterrecreatie. De sluis zou zijn functie van toegangspoort naar de Krimpenerwaard hiermee terug gaan krijgen. Er school echter nog één addertje onder het gras, want wie zou in de toekomst de bediening van de sluis op zich gaan nemen? Die blijkt nu enkel op verzoek te zijn.
Vanaf hier kunnen kanoërs trouwens de Krimpenerwaard in.

200 meter voorbij KNOOPPUNT 12,
Hoogstraat 31, Haastrecht
13. Terugkeer bij Gemaal
De Hooge Boezem
Toen in de 19e eeuw in Gouda de Waaiersluis (zie onder 2.) werd gebouwd, steeg het rivierpeil in de Hollandsche IJssel. Dit bemoeilijkte de afwatering vanuit de Hooge Boezem. Daarom bouwde het waterschap De Hooge Boezem in 1872 een hulpstoomgemaal. In 1913 ging men geheel over van windbemaling op mechanische bemaling. De molens verderop aan de Vlist waren niet meer nodig en werden op één na, de 6e Boezemmolen, afgebroken. Sinds 2014 is de voormalige boezem in gebruik als waterbergingsgebied bij piekbuien. Ook hierover vertellen de rondleiders bij het Gemaal.
Colofon
Initiatief: Gemaal De Hooge Boezem achter Haastecht
Routesamenstelling, foto’s, teksten, bronnen: Hoogheemraadschap
De Stichtse Rijnlanden, izi.TRAVEL-De deltaroute,
Streekarchief Midden-Holland, Jan Trouwborst, vrijwilligers Gemaal
Kaart: Stichting Hollandsche IJssel Altijd Anders
Redactie-coördinatie: Lyanne de Laat
Ontwerp: www.dotterdesign.nl
Mede mogelijk gemaakt door gemeente Krimpenerwaard en
Maatschappelijke Instelling Roosendaal.